Een profetie van een profetes uit de vorige eeuw. Deze profetie is zeer aanstaande. Deze website getuigd hiervan. Bertha Dudde is de profetes. Deze profetie gaat over het beloofde land, het land dat Abraham is beloofd op deze aarde. Aansluitend volgt Het Lichtrijk (de Nieuw Schepping) voor altijd en eeuwig. De blauwe tekst is de originele tekst van Bertha Dudde. De zwarte tekst is toegevoegd ter verduidelijking. 

De profetie: De wederkomst van de Heer - Tegenwoordige tijd - Getuigen van de nieuwe aarde

U allen zult getuige zijn van mijn kracht en heerlijkheid. U zult mijn wederkomst beleven deels in de geest en deels in het vlees, want de tijd loopt nu ten einde en het zal geschieden zoals Ik het altijd en steeds weer verkondigd heb.

Daniël 11:31 Dan zullen strijdmachten door hem op de been gebracht worden; zij zullen het heiligdom, de vesting, ontheiligen, het dagelijks offer doen ophouden en een gruwel oprichten, die verwoesting brengt.

Daniel 12:11-12 'Van de tijd, dat het dagelijks offer zal worden gestaakt, en de ontzettende gruwel wordt opgericht, zullen er 1290 dagen verlopen. Heil hem, die ook dan nog volhardt, en 1355 dagen bereikt! 

De bovenstaande teksten vertellen hetzelfde, alleen Daniël 12 spreekt over de getallen 1290 en 1335. Deze beide getallen komen maar één keer voor in de bijbel. De bijbel zelf leert ons dat iets minimaal 2 keer moet worden gezegd, dan is het pas met zekerheid waar. Het getal 1290 valt binnen het schema van Daniël, maar de gebeurtenis is onlogisch. Het getal 1335 valt buiten het schema van Daniël. 

Covid19 is geregistreerd op 16 december 2019, 2300 dagen later is Goede Vrijdag 3 april 2026

3 april 2026 - 1290 dagen zou 21 september 2022 zijn. Echter op deze dag is er niets gebeurd. En vóórdat satan wordt losgelaten en het gebed (offer) wordt gestaakt zullen alle rechtvaardigen worden opgenomen door te sterven conform Openbaringen 6:7-8. De logische volgorde is:

  1. Opname van de rechtvaardigen door te sterven 
  2. Opstanding der doden inclusief deze laatst genoemde rechtvaardigen 
  3. Opname van de ongelovigen door natuurrampen volgens Openbaringen 9
  4. Begin van de tijd van verdrukking conform Daniël 11 en 12

Zij die gedood worden zullen opstaan zodra de nieuwe aarde is voltooid samen met de martelaren uit de voorgaande eeuwen. Openbaring 6:9-11'En toen het Lam het vijfde zegel geopend had, zag ik onder het altaar de zielen van hen die geslacht waren omwille van het Woord van God, en omwille van het getuigenis dat zij hadden. En zij riepen met luide stem: Tot hoelang, heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt U ons bloed niet aan hen die op de aarde wonen? En aan ieder van hen werd een lang wit gewaad gegeven. En tegen hen werd gezegd dat zij nog een korte tijd moesten rusten, totdat ook het aantal van hun mededienstknechten en hun broeders, die evenals zij gedood zouden worden, volledig zou zijn geworden. '

de belofte van God

Geloof, Hoop & Liefde.

De belofte van God.

De Wederkomst van Jezus

U zult mijn wederkomst beleven en daarvan getuigen in het paradijs op de nieuwe aarde, want die Mij trouw blijven tot het einde zal Ik op de nieuwe aarde plaatsen waar zij mijn woord ook aan hun nakomelingen zullen verkondigen zoals zij dat nu ook doen in mijn opdracht.

Zijn knechten die het naar het lichaam overleven, zullen samen met de knechten die weer levend worden, mogen vertellen wat ze allemaal hebben mogen doorstaan gedurende de 1000 jaren die hierop volgen. De wereldbol blijft hetzelfde, maar de oppervlakte wordt totaal anders. Het wordt zoals het paradijs ooit was en dat staat al klaar.

Bescherming tot en met de wederkomst van Jezus

Ik weet wie daarvoor geschikt is en zal mijn knechten weten te beschermen voor de ondergang. Ik zal mijn discipelen van de eindtijd van buitengewone kracht voorzien opdat zij hun ambt goed kunnen uitoefenen, opdat zij moedig strijden tegen allen die Mij vijandig gezind zijn en hun haat ook op de mijnen overdragen. Doch geen van mijn knechten zal eerder van de aarde scheiden dan wanneer zijn missie vervuld is.

Conform de belofte van God: Henoch en Elia komen op aarde als de tijd van verdrukking begint op 21 oktober 2022. Ook wordt niet beloofd dat alle knechten van deze tijd het naar het lichaam zullen overleven. De lichamelijke dood hoeven we niet bang voor te zijn, want we zijn ziel en geest en hebben een lichaam. Een lichaam dat we achter mogen laten. We weten dat Henoch en Elia beiden in de laatste dagen gedood zullen worden en na 3½ dag zullen ze weer levend worden en opstijgen, zo heeft God het voorzegt. In al deze dingen voorziet de belofte van God.

Wederkomst van Jezus en 1335 dagen overleven

En de laatsten op deze aarde zullen de eersten op de nieuwe aarde zijn, waar hun opgave ook dezelfde zal zijn, namelijk mijn woord te verkondigen - al is het ook op een andere wijze. Het zal met verlangen aangenomen worden en daarom gezien worden als dat wat het is, als bewijs van liefde van de Vader die Zijn kinderen zalig wil maken. Allen zullen mijn stem herkennen als Ik door hen tot de mensen op de nieuwe aarde spreek, want allen hebben zij de vuurproef op deze aarde doorstaan en zijn Mij trouw gebleven. Daarom zal ook hun loon groot en verblijdend zijn; zij mogen harmonisch leven in het paradijs op de nieuwe aarde dat geen mens zich nog kan voorstellen, dat hun echter ten deel valt opdat mijn macht en heerlijkheid openbaar zal worden - en Ik zelf zal bij hen zijn.

De wederkomst van Jezus in de wolken

Ik zal komen in de wolken en ze thuishalen, Ik zal bij hen blijven omdat zij mijn kinderen geworden zijn door hun trouw die zij Mij bewezen hebben in de geloofsstrijd. Zij zullen Mij zonder vrees belijden en van Mij getuigen zonder Mij eerst gezien te hebben, en zij zullen Mij daarom ook in alle glorie te zien krijgen voordat het definitieve einde gekomen is.

De belofte van God, God en Jezus zijn één, is zo overweldigend en zo vol van kracht. Er zullen mensen zijn die dit lezen en beweren dat het allemaal onzin is. Juist tegen deze mensen wil zeggen: "Kijk eens om je heen, kijk eens naar het firmament, ga eens in gedachten na, dit kan niet zomaar zijn ontstaan. Hier zit de hand van een Meester achter. U heeft, net als ik, nog nooit NIETS iets zien worden. Ik weet dat ik een simpel iemand ben, en echt ik heb ze nog echt op een rijtje, ik ben ondertussen ruim 65 jaar. Dan is er toch sprake van enige levenservaring. Ik kan getuigen: Hij leeft! Hij komt! Hij doet wat Hij zegt!

De wederkomst van Jezus op 3 april 2026

Wat Ik aankondig wordt vervuld, Ik zal weerkomen en u zult het beleven. Nog gelooft u niet dat die tijd zo nabij is dat u de verschrikkingen moet meemaken dat deze aarde vernietigd wordt door mijn toelating. Nog gelooft u niet dat de voorspellingen door zieners en profeten voor de tegenwoordige tijd gelden, dat u, mensen van de tegenwoordige tijd, grote dingen beleeft die geen mens zich kan voorstellen omdat er op deze aarde zoiets tot nog toe niet te zien was. Maar met ontzetting en onthutst zal de mensheid spoedig die gebeurtenissen op de voet volgen die een spoedige oplossing van de aarde geloofwaardig maken en dan gaat het zeer snel het definitieve einde tegemoet.

Deze belofte van God die via de engelen werd gegeven, wordt spoedig waar, dit is de belofte waar de hele christelijke wereld het over heeft. Een belofte van God die ze naar eigen inzicht willen invullen. U leest dat er nog maar weinig mensen in leven zullen zijn. Eenieder die dit anders beweert is een valse christus. Handelingen 1:10-11 'En toen zij, terwijl Hij van hen wegging, hun ogen naar de hemel gericht hielden, zie, twee mannen stonden bij hen in witte kleding, die ook zeiden: Galilese mannen, waarom staat u omhoog te kijken naar de hemel? Deze Jezus, Die van u opgenomen is naar de hemel, zal op dezelfde wijze terugkomen als u Hem naar de hemel hebt zien gaan. ' 

Het overleven van de tijd van verdrukking tot en met de wederkomst van Jezus

Maar mijn uitverkorenen zullen die tijd doorstaan omdat het mijn wil is, omdat ook deze tijd getuigen hebben moet die uitgekozen zijn om van deze gebeurtenissen te spreken - opdat mijn macht en heerlijkheid openbaar wordt onder de nakomelingen van het geslacht op de nieuwe aarde. Want het moet als een overlevering behouden blijven voor de nakomelingen, omdat er weer een tijd zal komen waarin de zonde de overhand neemt en Ik niet meer geëerbiedigd wordt. Dan zal hun getuigenis voor de dan levende mensen een vermaning en waarschuwing zijn welk noodlot diegenen ondervinden die Mij geheel vergeten. Dan zal vermelding gemaakt worden van de ondergang der oude aarde en het laatste gericht dat beslist heeft over leven en dood, over gelukzaligheid en verdoemenis.

Amen

Hoofdstuk 9 van het Boek van Henoch sluit hier op aan. Henoch beschrijft het 1000-jarig Rijk. Dit boek kunt u volledig HIER downloaden.

24.2 Ik ging ernaartoe en zag zeven schitterende bergen. Alle waren verschillend van elkaar, waardevolle en prachtige stenen, en alle waren kostbaar, en hun uiterlijk glorieus, en hun vorm was prachtig. Drie naar het oosten, de een stevig verbonden met een ander, en drie naar het zuiden, de een aan de ander, met diepe en ruige valleien, geen van hen dicht bij de ander.

24.3 En er was een zevende berg, in het midden van deze, en op het hoogtepunt van deze was het allemaal als de zetel van een troon met geurige bomen er omheen.

24.4 Onder hen was een boom, zoals ik nooit heb geroken, en geen van hen, of van de anderen, was zoals deze. Hij was heerlijk geurend, ja meer dan een geur, zijn de bladeren, en zijn bloemen, en zijn hout verwelkt nooit. Het fruit is uitstekend, en zijn vrucht is als clusters van dadels aan een palm.

24.5 Toen zei ik: “Kijk eens naar deze prachtige boom! Zo mooi om naar te kijken, en hoe aangenaam zijn de bladeren, en zijn vrucht is een zeer mooie verschijning.”

24.6 Toen gaf Michaël, een van de heilige en eervolle engelen, die met mij was, die verantwoordelijk voor hen was,

25.1 antwoord en zei tot mij: “Henoch, waarom vraagt je mij naar de geur van deze boom, en waarom vraag je het om dit te weten?”

25.2 En ik, Henoch, antwoordde hem, zeggende: “Ik wil alles weten daarover, maar vooral over deze boom.”

25.3 En hij antwoordde mij, en zei: “Deze hoge berg, die je zag, wiens top is als de troon van de Heer, is de troon waar de Heilige en Verhevene, de Heer der heerlijkheid, waar de eeuwige Koning zal zitten, wanneer Hij neer komt op de Aarde om die te bezoeken voor altijd.

25.4 En deze mooie en geurige boom, waarvoor geen schepsel van vlees de bevoegdheid heeft om deze aan te raken tot aan het grote oordeel, wanneer hij wraak zal nemen op alles en voor altijd, om aan alles een einde te maken, die zal worden gegeven aan de rechtvaardigen en de nederigen.

25.5 Van zijn vrucht zal het leven worden geschonken aan de uitverkorenen, naar het noorden toe zal het worden aangeplant, op een heilige plaats, bij het huis van de Heer, de Eeuwige Koning.

25.6 Dan zullen zij zich verheugen met vreugde en blij zijn in de heilige plaats. Zij zullen de geur van deze hun botten laten doortrekken, en zij zullen een lang leven op aarde leven, zoals uw vaders leefden. En in hun dagen zal verdriet, pijn, arbeid en straf, hen niet raken.”

25.7 En ik zegende de Heer der heerlijkheid, de eeuwige koning, want hij heeft dingen bereid voor rechtvaardige mensen, en heeft zulke dingen gemaakt, en zei dat deze aan hen moeten worden gegeven.

26.1 En van daaruit ging ik naar het midden van de aarde en zag een gezegende, goed besproeide plaats, met takken, die in leven bleven, en ontsproten uit een boom, die was omgekapt.

26.2 Daar zag ik een heilige berg, en onder de berg, in het oosten daarvan, was water, en het stroomde in de richting van het zuiden.

26.3 En naar het oosten zag ik een andere berg, die van dezelfde hoogte was, en tussen hen was er een diep en smal dal, en daarin liep een stroom tussen de bergen door.

26.4 Ten westen van deze, was er een andere berg, die lager was en niet hoog, en daaronder was er een dal tussen hen in. En er waren andere diepe en droge valleien aan het einde van de drie bergen.

26.5 En al de valleien waren diep en smal, van harde rots, en bomen werden

op hen geplant.

26.6 En ik was verbaasd over de rots, en ik was verbaasd over het dal, ik was heel erg verbaasd.

27.1 Toen zei ik: “Wat is het doel van dit gezegende land, dat helemaal vol staat met bomen, en deze vervloekte vallei in het midden van hen?”

27.2 Toen antwoordde Raphaël, een van de heilige engelen die bij mij was, mij en zei tot mij: “Dit vervloekte dal is voor degenen die voor eeuwig vervloekt zijn. Hier worden zij allemaal bij elkaar verzameld, die spreken met hun mond tegen de Heere, woorden die niet passen, en harde dingen zeggen over Zijn heerlijkheid. Hier zullen zij hen allen verzamelen, en hier zal de plaats van oordeel zijn.

27.3 En in de laatste dagen zal de gebeurtenis komen van een rechtvaardig oordeel over hen, in het aangezicht van de rechtvaardigen, voor altijd. Want hier zullen de barmhartigen de Heer van de Glorie en de Eeuwige Koning prijzen.

27.4 In de dagen van het oordeel over hen zullen ze Hem zegenen, vanwege zijn barmhartigheid, gelijk als Hij hen hun bestemming heeft toegewezen.”

27.5 Toen heb ik zelf de Heer van de Heerlijkheid gezegend, ik sprak hem toe, en ik herinnerde mij Zijn majesteit, die er was.

28.1 En van daar ging ik naar het oosten, tussen de woestijnbergen door, en ik zag een uitgestrekte vlakte, en het was er eenzaam.

28.2 Maar het was vol met bomen en planten uit dit zaad, en het water van boven stroomde er over.

28.3 Het wilde water, dat stroomde naar het noordwesten, leek overvloedig, en aan alle kanten, was er nevel en mist.

29.1 Toen ging ik naar een andere plaats, weg van de woestijn; ik kwam in de buurt ten oosten van deze berg.

29.2 Daar zag ik Bomen des Oordeels, bijzondere structuren met de geur van wierook en mirre, en de bomen waren niet gelijk.

30.1 En daarboven, boven deze, boven de bergen in het oosten, en niet ver weg, zag ik een andere plaats, met valleien van water, als iets wat niet faalde.

30.2 En ik zag daar een mooie boom, de geur was als die van mastiek.

30.3 En op de oevers van deze valleien zag ik geurige kaneel. En door die dalen heen kwam ik naar het oosten.

31.1 Toen zag ik nog een berg, waar bomen stonden en er stroomde water uit, en er stroomde uit deze als was het een nectar, waarvan de naam is styrax en galbanum.

31.2 Naast deze berg zag ik een andere berg, en daarop waren aloë bomen en

die bomen zaten vol met vruchten die is als een amandel, maar hard.

31.3 En als zij deze vrucht nemen, is het beter dan de geur.

32.1 En na deze geuren in het noord-oosten, keek ik toen over de bergen, en zag ik zeven bergen vol met fijne nardus en geurige bomen van kaneel en peper.

32.2 En van daar ging ik over de toppen van de bergen, ver weg naar het oosten, en ik ging verder tot de Rode Zee, en ik was verre daarvan, en ik ging over de duisternis heen.

32.3 Ik kwam naar het Paradijs, de Tuin der gerechtigheid, en ik zag achter die bomen veel grote bomen die daar groeiden, geurend, groot, zeer mooi en heerlijk, als de bomen van Wijsheid, waar ze van eten en grote wijsheid van kennen.

32.4 Het is als de Johannesbroodboom, en zijn vrucht is als clusters van druiven op een wijnstok, erg mooi, en de geur van deze boom verspreidt zich en dringt ver door.

32.5 En ik zei: “Deze boom is mooi! Hoe mooi en aangenaam is zijn uiterlijk!”

32.6 Toen antwoordde de heilige engel Raphael, die bij mij was, mij en zei tegen mij: “Dit is de boom van wijsheid, waarvan je oude vader en oude moeder, die voor u waren, hebben gegeten en wijsheid leerden, en hun ogen waren geopend, en zij wisten dat zij naakt waren. En zij werden verdreven uit de tuin.”

33.1 En van daar ging ik naar de uiteinden der aarde, en ik zag de grote dieren die er zijn, elk verschillend van de ander, en ook de vogels, die verschilden in vorm, schoonheid en roep, elk verschillend van de ander.

33.2 En ten oosten van deze dieren, zag ik de uiteinden van de aarde, waarop de hemel rust, en de open poorten van de hemel.

33.3 Ik zag hoe de sterren van de hemel opkomen, en telde de Poorten, waaruit ze komen, en schreef al hun uitgangspunten op, voor eenieder individueel, op basis van hun aantal. En hun namen, naar hun sterrenbeelden, hun positie, hun tijden en hun maanden, zoals de Engel Uriël die met mij was, mij liet zien.

33.4 Hij liet me alles zien, en schreef het op, en ook hun namen schreef hij voor me op, op basis van de betrekking tot hun vaste tijden.

34.1 Van daaruit ging ik naar het noorden, tot aan de uiteinden van de aarde, en daar zag ik een groot en glorieus wonder aan de uiteinden van de hele aarde.

34.2 Daar zag ik de drie poorten van de hemel, door elk van hen gingen de noordenwinden uit, wanneer zij blazen is er kou, hagel, vorst, sneeuw, mist en regen. 

34.3 En van een poort waaide het goede, maar wanneer zij bliezen door de andere twee poorten, is het met kracht, en brengt de kwelling over de aarde, en ze blazen met kracht.

35.1 Van daaruit ging ik naar het westen, tot aan de uiteinden van de aarde, en ik zag daar, zoals ik zag in het oosten, drie open poorten, als veel poorten en net zoveel uitgangspunten.

36.1 Van daaruit ging ik naar het zuiden, tot aan de uiteinden van de aarde, en daar zag ik drie poorten van de hemel open, en de zuidenwind, de mist en de regen en wind, komen daar vandaan.

36.2 En van daar ging ik naar het oosten van de einden van de hemel, en daar zag ik de drie oostelijke poorten van de hemel open, en boven hen, waren er kleinere poorten.

36.3 Door elk van deze kleinere poorten, passeerden de sterren van de hemel en gingen naar het westen, op het pad dat ze is getoond.

36.4 En toen ik dit zag, zegende ik, en ik zal altijd zegenen de Heer der Heerlijkheid, die grote en heerlijke wonderen heeft gedaan, en Hij die de grootheid van zijn werk toont aan Zijn engelen, en aan de zielen van de mensen, zodat ze zouden prijzen het werk van Zijn Macht. Zo dat al zijn schepselen het werk zien, en loven het grote werk van Zijn handen, en voor altijd Hem zegenen!